maandag 19 december 2011

De kunst van tango - essay


Van de dansende schrijver ROBERT BAEKEN verscheen op 3 maart 2012 bij de Nederlandse POD-uitgeverij BOEKSCOUT (www.boekscout.nl) het essay: DE KUNST VAN TANGO
80 paginas. Afmetingen: 21cm hoogx15cm breed. Geïllustreerd. Prijs: 14,95€

Het boek kan bij elke boekhandel besteld worden mits opgave van de titel
en/of het ISBN-nr: 978-94-6176-809-4

Fragment:
Nu kan de auteur wel voor tango pleiten, toch is het zeker geen dans voor iedereen; hij ligt niet te grabbel. De tango pleit nooit voor zichzelf. Hij is niet te koop. Je moet hem winnen, stapje voor stapje. Je moet hem onder de knie krijgen, door geduld, toewijding, intelligentie, het nemen van de juiste beslissingen en door te volharden in je liefde voor de schoonheid van deze dans en veel van zijn muziek. Je moet hem verdragen in de persoon van jezelf en anderen, want hij kan hard te keer gaan. Zo kan hij je wel naar de hoogste toppen voeren, maar hij kan ook tegen je schenen stampen. Hij kan je vreselijk teleurstellen, zodat je hem boos in de hoek schopt waar hij dan wekenlang als een waardeloze voddenpop blijft liggen. Maar als je echt een hart hebt voor tango, dan loop je hem met de troostende gedachte dat je dank zij tango iets over je gekwetste eigenliefde geleerd hebt, uiteindelijk toch weer na. Want de tango zelf is nooit ordinair. Nooit! Het zijn altijd de mensen, altijd de omstandigheden die schuld hebben. En dus schep je verse moed. Je begint opnieuw. Bij jezelf. Want je weet: het is niet de hoge moeilijkheidsgraad die je tegenhoudt, juist andersom! Anders kan iedereen wel tangodansen. En jij, - zo denk je nu eenmaal, - jij bent toch niet zoals iedereen!

In het essay De kunst van tango, heeft de schrijver het in zijn zachte en bekoorlijke stijl over het thans zeer actuele fenomeen en het karakter van de Argentijnse tango. In samenhang met heel wat persoonlijke aantekeningen rond het dansen in het algemeen en de tango in het bijzonder, schetst hij zijn ervaringen als leerling, maar ook wel als tangodocent. Voorts vertelt hij over zijn vriendschappen met sommige Argentijnse grootmeesters. Over alles wat met de maturiteit van het dansen te maken heeft. Over vorm en inhoud. Of over wat de danser met tango kan doen, maar niet minder over wat de tango met de danser doet. Dat is veel meer dan men op het eerste gezicht zou vermoeden. Want de auteur maakt geen onderscheid tussen het pure van de dans en het waarachtige gevoel dat zich ook daarbuiten het beste manifesteert in een grootse eenvoud, om zo vanzelf weerstand te bieden aan alle conformisme en banaal streven.
Chris Van Camp